Meloenen
Inhoudsopgave
Rijk aan vitamine A en C en kalium, en laag in proteïne en calorieën, waardoor ze een geschikt voedingsmiddel zijn voor lijners en onderdeel van een gezond dieet.
De meloenen die in Portugal worden geteeld (Cucumis melo var. inodorus) zijn afkomstig van cultivars van het Iberisch schiereiland, de voorouderlijke oorsprong van de meloen ligt in Afrika of het Midden-Oosten. In Europa zou de meloen zijn geïntroduceerd door de Arabieren, namelijk in de regio van het Iberisch schiereiland, het oudste teeltgebied op dit continent en waar meloenen nog steeds op grote schaal worden geproduceerd.
Een andere variëteit die in Portugal wordt geteeld is Cucumis melo var. reticulatus, in Portugal beter bekend als cantaloupe, waarbij de cultivars 'Gaia' en 'Cantaloupe' eruit springen.
Zie ook: Teelt van de pitangueiraTeelt en oogst
De meloenplanten worden in het vroege voorjaar gezaaid in kassen of serres om de jonge plantjes te beschermen tegen te koud en nat weer. Later worden de kleine plantjes overgeplant in kassen of velden waar ze in het late voorjaar en de zomer snel groeien. In een achtertuin of kleine moestuin moet je een perceel kiezen met vruchtbare, goed gedraineerde grond die rijk is aan materie.Organisch, dat direct zonlicht krijgt en niet wordt blootgesteld aan vorst.
Van de variëteiten die in Portugal worden geteeld, zijn de meest opvallende de 'Branco de Almeirim', de 'Amarelo', de 'Pele-de-sapo' en de 'Casca-de-carvalho'. Elke meloenplant neemt veel ruimte in omdat hij kruipend is, maar hij kan worden 'getopt' om meer zijscheuten te produceren en niet te lang te groeien. Fruit wieden is aan te raden, waarbij slechts één meloen aan elke steel groeit.
Bestuiving kan handmatig gebeuren als het koud weer is en er weinig insecten in de buurt zijn. De meloenen moeten worden geoogst als de meloen meegeeft als we met onze vingers op de steel drukken, als we zien dat het blad dat het dichtst bij de steel zit, uitdroogt of als het uiterlijk van de steel zelf verandert en begint uit te drogen.
Onderhoud
Meloenen zijn snelgroeiende planten die graag onkruid wieden en bemesten om de groei en vruchtontwikkeling op peil te houden. Ze houden ook van water geven, maar niet te veel, en de grond moet een goede drainage hebben. In commerciële plantages worden methoden zoals druppelbevloeiing gebruikt, maar in een achtertuin moet je dicht bij de plant water geven, met een tuinslang of met een gieter zonder water te geven.draineren.
Onkruid wieden is een andere belangrijke activiteit omdat meloenen een kruipende plant zijn die geen concurrentie nodig heeft van andere kruidachtige planten.
Plagen en ziekten
De meloenplant is gevoelig voor verschillende ziekten die zich gemakkelijk verspreiden bij warm en vochtig weer, zoals valse meeldauw en echte meeldauw, maar ook voor apicale rotting en plagen zoals nematoden, trips, bladluizen en witte vlieg. Net als bij andere gewassen is preventie altijd aan de orde van de dag: geef dicht bij de plant water, vermijd dat de bladeren nat worden en zo uitbraken veroorzaken vanmeeldauw of echte meeldauw.
Zie ook: Leer hoe je zaadbommen maaktAnderzijds kan overmatig water geven ervoor zorgen dat de meloenen barsten, waardoor ze hun marktwaarde verliezen en gaan rotten.
Eigenschappen en gebruik
De meloen is, net als de verwante cantaloupe, een typisch zomerfruit, erg lekker en verfrissend dankzij het hoge watergehalte. Het heeft ook een reeks geneeskrachtige eigenschappen, die helpen tegen reuma, artritis en andere gezondheidsproblemen.
Meloenen worden voornamelijk vers of verwerkt geconsumeerd, in natuurlijke sappen.
Meloenen zijn rijk aan vitamine A en C, evenals kalium, en arm aan eiwitten en calorieën, waardoor ze een geschikt voedingsmiddel zijn voor diëten en een onderdeel van een gezond dieet. Omdat meloenen seizoensfruit zijn, moeten ze snel na de oogst worden geconsumeerd, omdat ze niet goed worden bewaard, zelfs niet in de koelkast. Ze worden vaak vers geserveerd, alleen of samen met ham.